Waar kinderen zich thuisvoelen
Kinderdagverblijf 't Krielje
Ieder kind als stralend middelpunt
Kinderdagverblijf 't Krieltje
Beleef het buitenleven op de boerderij
Kinderdagverblijf 't Krieltje

De indeling van het kinderdagverblijf

Leeftijdsopbouw van de stamgroepen/maximale omvang

Ons dagverblijf heeft een vergunning voor 3 groepen, te weten:

  • De babygroep (0-24 mnd) maximaal 15 kinderen per dagdeel.
  • De peutergroep (20 mnd – 4 jaar) maximaal 16 kinderen per dagdeel.
  • De verticale groep (1 jaar tot 4 jaar) maximaal 6 kinderen per dagdeel.

 

In totaal zijn er niet meer dan 37 kinderen in ons kinderdagverblijf.

Momenteel maken we alleen gebruik van de babygroep en de peutergroep.

De verticale groep gebruiken wij alleen wanneer er meer kinderen zijn dan 30 per dagdeel of als we op de babygroep een groepje kinderen van ouder dan 1 jaar zien die uitdagingen en/of activiteiten missen. Door die kinderen apart in een groep met een PM’er activiteiten aan te bieden, krijgen de baby’s meer rust op de babygroep en de 1-jarigen meer uitdagingen en activiteiten.

Hierdoor kan het voorkomen dat we kiezen voor een verticale groep van 5 of 6 kinderen terwijl er op dat dagdeel op de babygroep er slechts 7 of 8 andere kinderen gepland staan. Dan is het puur bedoeld om de baby’s rust te bieden en de 1-jarigen uit te dagen om tot nieuw spel te komen. De overgang van de kinderen van de babygroep naar de peutergroep en/of de verticale groep beschrijven we in ons pedagogisch beleid, deze is in te zien in ons kinderdagverblijf.

Uiteraard is er ruimte voor groepsactiviteiten zoals kringspel, poppenkast of het voorlezen van een boek in ons dagprogramma. Maar onderschat u vooral het belang niet van vrij spel binnen of buiten.

Wilma van den Heuvel (Hoge school Utrecht) zegt hierover: “Elk kind dat in een rijke speelomgeving vrij kan spelen, alleen of samen, ontwikkelt de vaardigheden die in de huidige tijd nodig zijn vanzelf. In een rollenspel leert een kind organiseren, overleggen, omgaan met emoties en plannen. Het komt voor de vragen te staan: Wat wil ik spelen, met wie, waar, wat heb ik nodig en hoeveel tijd heb ik? Moet ik me voegen naar de wensen van de ander of kom ik voor mezelf op? Wat zal ik nu verzinnen? Het creatief denken komt dus ook op gang.”